De oceaan is vandaag de dag nog steeds een enorm onbekend gebied… en dat is nog zacht uitgedrukt! Uit een nieuwe studie blijkt dat we sinds het begin van de verkenning van de oceanen in de jaren 1950 slechts 0,001% van de diepzee rechtstreeks hebben waargenomen. Een belachelijk cijfer dat onze onwetendheid over dit milieu, dat toch een essentiële rol speelt in het aardse systeem, aan het licht brengt.
Er zijn maar weinig plekken op aarde waar de mens nog niet is geweest, maar dat geldt niet voor de zeebodem. We zeggen vaak dat de oceanen nog grotendeels onbekend zijn, maar de werkelijkheid is misschien nog wel erger! Een nieuwe studie gepubliceerd in het tijdschrift Science Advances heeft namelijk alle observatiemissies in de diepzee van de afgelopen decennia gebundeld. Het resultaat onthult dat de mens in werkelijkheid slechts 0,001% van de totale oceaanbodem met eigen ogen heeft gezien. Dat is ongeveer een tiende van de oppervlakte van België!
Een duidelijke observatiebias
Onder deze omstandigheden is het moeilijk te zeggen dat we de oceaan goed kennen. Temeer omdat de verdeling van de visueel verkende gebieden uiterst ongelijk is. Van de 44.000 duiken in de diepzee die sinds 1958, het begin van de verkenning van de oceanen, zijn uitgevoerd, vond 65% plaats binnen 400 kilometer van de kusten van de Verenigde Staten, Japan en Nieuw-Zeeland: 97% daarvan werd uitgevoerd door slechts vijf landen, de drie eerder genoemde landen, Frankrijk en Duitsland. Deze zeer geringe vertegenwoordiging van zowel de exploitanten als de onderzochte gebieden vormt een reëel probleem en leidt ongetwijfeld tot een vertekening van ons beeld van de oceanen.
De referenties waarover we beschikken, met name over diepe mariene ecosystemen, en de daaruit afgeleide modellen zijn dus gebaseerd op een uiterst kleine steekproef, die zeker niet representatief is voor het hele oceaanmilieu. Stel je even voor dat de wetenschappelijke gemeenschap hypothesen zou opstellen over alle terrestrische ecosystemen op basis van observaties die slechts 0,001% van het landoppervlak beslaan (het equivalent van de stad Houston in Texas). Dat zou volstrekt zinloos zijn. Toch is dat wat er momenteel gebeurt voor de oceanen.
Hoe kunnen we in dat geval een juiste inschatting maken van de impact die klimaatverandering of mijnbouw kan hebben op de ecosystemen in de diepzee? Katy Croff Bell, hoofdauteur van de studie, kan hierover niet duidelijker zijn: “We moeten de ecosystemen van de diepzee en de processen die deze omgevingen beheersen beter begrijpen om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen over het beheer van de hulpbronnen en het behoud van dit milieu”, zegt ze in een persbericht.
Vóór hun ontdekking in 1977 had niemand enig vermoeden van de aanwezigheid van rijke ecosystemen bij hydrothermale bronnen. Hoeveel verrassingen gaan er nog schuil in de diepste delen van de oceanen, die tot op heden vrijwel onontgonnen zijn? © Submarine Ring of Fire 2006 Exploration, NOAA Vents Program, Wikimedia Commons, publiek domein
De oceaan rechtstreeks observeren om hem te begrijpen
Het verkennen van de diepzee (gedefinieerd als een diepte van meer dan 200 meter) is dan ook een grote uitdaging, temeer omdat deze omgeving een belangrijke rol lijkt te spelen in het aardse systeem, met name door actief deel te nemen aan de grote chemische cycli die het klimaat reguleren. Onderzoek in deze extreme omgevingen heeft bovendien vaak geleid tot belangrijke ontdekkingen, bijvoorbeeld op farmaceutisch gebied.
Momenteel is onze kennis van de diepzee dus voornamelijk gebaseerd op indirecte gegevens (gegevens verzameld door schepen of satellieten, punctuele metingen van fysisch-chemische parameters). Deze gegevens moeten vervolgens worden verwerkt en geïnterpreteerd, waardoor ze in principe minder betrouwbaar zijn dan directe waarnemingen door mensen of camera’s.