Wat zegt de psychologie over mensen die obers helpen met het afruimen van tafels?

Dit kleine gebaar is niet alleen een teken van goede manieren, maar zegt ook iets over de psychologische eigenschappen van degene die het doet.

De gebaren die we maken, bewust of onbewust, zeggen veel meer over onze persoonlijkheid dan we denken. Sommige gebaren maken we zonder dat we het ons bewust zijn, waardoor ze een spiegel worden van wat we op dat moment echt voelen of denken, ook al zeggen onze woorden iets anders. Andere gebaren zijn daarentegen in ons dagelijks leven een routine geworden en geven ook een kijkje in ons innerlijk.

We hebben het bijvoorbeeld over het opruimen, schoonmaken of helpen van de ober met de borden, servetten en etensresten die na de maaltijd op de tafel in het restaurant achterblijven. Dit gebaar, dat vaak bijna automatisch gebeurt, is niet alleen een teken van goede manieren, maar onthult ook een reeks psychologische kenmerken die de persoon definiëren: hoe hij denkt, hoe hij voelt en hoe hij met anderen omgaat.

In een wereld waarin snelheid en individualiteit vaak voorop staan, is het verrichten van kleine handelingen voor anderen zonder daar iets voor terug te verwachten een gedrag dat dicht in de buurt komt van nederigheid en empathie. Dit staat bekend als “prosociaal gedrag” en verwijst naar het ten goede komen van anderen zonder daar een beloning voor te verwachten, wat bijdraagt aan het versterken van interpersoonlijke relaties.

Lachlan Brown, een journalist die zich richt op psychologie, heeft dit gedrag onderzocht om te bepalen wat het betekent als iemand vaak obers helpt met het afruimen van tafels, en vooral wat dit zegt over zijn of haar persoonlijkheid.

Psychologische kenmerken van mensen die obers helpen

Werken in de dienstverlening is moeilijk: werknemers zoals obers krijgen vaak te maken met onaangename situaties. Daarom zijn kleine gebaren die hun werk vergemakkelijken een gebaar dat hen tijd bespaart en minder inspanning kost. Hoewel het opruimen van de tafel (of het nu gaat om broodkruimels, gebruikte servetten of borden, die kunnen worden opgestapeld en aan de rand worden geplaatst zodat de ober ze gemakkelijker kan weghalen) iets onbeduidends lijkt, is het een groot gebaar voor de werknemer.

Volgens de psychologie onderscheiden mensen die dit doen zich vooral door hun empathie en sociaal bewustzijn: ze zijn beter in staat om de gevoelens van anderen te begrijpen en te delen. Hierdoor kunnen ze zich op een manier gedragen die gunstig is voor anderen, zonder daar iets voor terug te verwachten, wat blijk geeft van echte empathie en bijdraagt aan een hechtere samenleving op basis van goede daden en altruïsme.

Het staat ook meestal synoniem voor bescheidenheid en een gebrek aan superioriteitsgevoel. Hoewel het niet meer zo vaak voorkomt, zijn er mensen die vinden dat mensen die in de dienstverlening werken (kelners, winkelbedienden…) als belangrijkste taak hebben om hen te bedienen, ongeacht de omstandigheden, de eisen en de manier waarop ze worden behandeld. Door mee te helpen met deze kleine taken, wordt het werk van anderen gewaardeerd en wordt begrepen dat elke baan respect verdient, omdat dat inderdaad zo is.

Mensen die de ober zo goed mogelijk proberen te helpen, vallen op door hun proactiviteit en hun bereidheid om te helpen: ze wachten niet tot iemand hen om hulp vraagt, maar zien zelf wanneer dat nodig is en handelen in het belang van de anderen.

Ten slotte zijn verantwoordelijkheid en discipline andere kenmerken die degenen die deze acties ondernemen typeren: ze weten dat deze kleine gebaren een effect kunnen hebben en komen daarom in actie om een voordeel te behalen. Ze tonen zich trouw aan hun principes en gedragen zich gedisciplineerd.