Geluk, een even subjectief als universeel begrip, is door de geschiedenis heen onderwerp geweest van talrijke onderzoeken. We vragen ons vaak af in welke fase van ons leven we dat gevoel van welzijn bereiken waar we zo naar verlangen. Gedurende ons leven maken we emotionele ups en downs mee die ons doen nadenken over onze doelen, verwachtingen en verlangens, waardoor we kunnen denken dat sommige momenten gelukkiger zijn dan andere. Geluk is echter geen vaste toestand of een duidelijk doel, maar een persoonlijke en unieke reis voor zowel mannen als vrouwen.
Veel mensen denken dat de gelukkigste jaren zich in de jeugd voordoen, wanneer problemen minder groot lijken en de toekomst nog onzeker is. Een recent onderzoek heeft echter een verrassende conclusie opgeleverd: het grootste geluk in het leven van vrouwen wordt op een veel latere leeftijd bereikt. Deze bevinding, gebaseerd op een onderzoek onder meer dan 460.000 deelnemers uit verschillende landen, laat zien dat vrouwen rond hun 70 ste het gelukkigst zijn. Dit resultaat lijkt misschien onverwacht, maar er is een verklaring voor op basis van de psychologische en sociale veranderingen die zich in de loop der jaren voordoen.
De gelukscurve bij vrouwen
Uit het onderzoek blijkt dat de gelukkigste jaren niet in de jeugd liggen, maar veel later. Volgens deskundigen volgt het menselijk geluk een U-vormig patroon, waarbij de laagste punten in de adolescentie en vroege volwassenheid liggen en vervolgens stijgen naarmate we ouder worden.
Zo bereikt het geluk van vrouwen een hoogtepunt rond de leeftijd van 70 jaar, een fase waarin vrouwen volgens de onderzoekers doorgaans minder bezorgd zijn over materiële of professionele verantwoordelijkheden, waardoor ze zich meer kunnen concentreren op wat echt belangrijk is: hun emotionele welzijn en hun persoonlijke relaties.
Dit fenomeen is te wijten aan verschillende psychologische en sociale factoren. Naarmate mensen ouder worden, ervaren velen minder zorgen over hun werk, de opvoeding van hun kinderen of financiële druk. Het leven na de pensionering biedt een kans om innerlijke rust en persoonlijke voldoening te herontdekken.
Vooral vrouwen lijken zich meer bevrijd te voelen van sociale verwachtingen, waardoor ze meer kunnen genieten van de kleine dingen in het leven, zoals het gezelschap van vrienden en familie, tijd voor zichzelf en de mogelijkheid om na te denken over hun prestaties en ervaringen.
Evolutie doorheen het leven
De studie richt zich op drie belangrijke componenten van subjectief welzijn: tevredenheid met het leven, positieve en negatieve emotionele toestanden. Gedurende ons leven variëren deze factoren en hun interactie bepaalt hoe we ons in elke fase voelen. Tijdens de kindertijd is ons geluksgevoel doorgaans hoog, omdat we zonder grote zorgen leven en onze behoeften eenvoudig zijn, waardoor deze fase als een van de meest bevredigende wordt ervaren.
Bij het bereiken van de adolescentie en de vroege volwassenheid neemt het geluksgevoel echter vaak af. Dit komt door hormonale veranderingen, sociale druk en de zoektocht naar identiteit, wat een periode van emotionele onzekerheid met zich meebrengt. In de volwassenheid kunnen stress door werk, gezinsverantwoordelijkheden en sociale verwachtingen het emotionele welzijn beïnvloeden.
Tijdens deze overgang naar volwassenheid ervaren veel mensen een afname van hun persoonlijke tevredenheid. In de middelbare leeftijd begint echter een verbetering zichtbaar te worden. Het vermogen om met emoties om te gaan en de wijsheid die met ervaring is opgedaan, stellen mensen in staat om beter met uitdagingen om te gaan, wat leidt tot meer emotionele stabiliteit en welzijn.
Jaren 70
Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen rond hun 70e het hoogste niveau van geluk bereiken. Op deze leeftijd voelen velen zich niet langer onder druk gezet door de eisen van hun werk of de sociale verwachtingen die hun jeugd en volwassenheid hebben gedomineerd. In plaats van zich te concentreren op werk of materiële vooruitgang, richten ze zich op het genieten van tijd met vrienden en familie en op activiteiten die hen persoonlijke voldoening geven.
Door hun pensioen en minder werkverplichtingen kunnen ouderen een rustiger leven leiden, zonder de druk van vroeger. Dit betekent niet dat alle ouderen even gelukkig zijn, maar de algemene trend laat zien dat velen een groter welzijn ervaren doordat ze bevrijd zijn van werk- en sociale lasten.
Ondanks deze toename in geluk constateert het onderzoek echter ook een geleidelijke afname van het geluksgevoel na het 70e levensjaar. Naarmate we ouder worden, kunnen fysieke en emotionele uitdagingen, zoals chronische ziekten of het verlies van dierbaren, ons welzijn beïnvloeden. Deze afname betekent niet noodzakelijkerwijs ontevredenheid, maar is een natuurlijk verschijnsel dat gepaard gaat met het ouder worden.