Hoewel het vaak onopgemerkt blijft, hebben de reliëfstreepjes op deze toetsen een belangrijke functie. Ontdek de verborgen geheimen van dit klassieke technologische ontwerp.
Hoewel we bijna elke dag toetsenborden gebruiken, of dat nu op laptops, desktopcomputers of zelfs geldautomaten is, staan maar weinig mensen stil bij de kleine details van het ontwerp.
Een van die onopvallende maar essentiële elementen is de kleine inkeping in de toetsen F en J. Het lijkt misschien een decoratief reliëf, maar het heeft in feite een belangrijke functie om onze schrijfervaring te verbeteren.
Waarom hebben alleen de F- en J-toetsen inkepingen?
Al tientallen jaren hebben alle toetsenborden van het type QWERTY deze inkepingen of reliëfs op de F- en J-toetsen. Het is geen esthetische gril of een modegril in het industriële ontwerp: de reden hiervoor ligt diep geworteld in de geschiedenis van het typen.
De inkepingen op de F- en J-toetsen fungeren als tactiele hulpmiddelen om de vingers tijdens het typen correct te positioneren (Afbeelding: Adobe Stock).
Deze markeringen dienen als tactiele hulpmiddelen voor de wijsvingers. Ze vormen het startpunt voor de zogenaamde startrij, de basispositie van waaruit de vingers moeten vertrekken om de andere toetsen te bereiken.
Wanneer we onze wijsvingers correct op F en J plaatsen, komen de andere vingers automatisch op A-S-D-F (linkerhand) en J-K-L-Ñ (rechterhand), waardoor we vloeiender en nauwkeuriger kunnen typen zonder naar het toetsenbord te kijken.
Decennialang was typen een essentiële vaardigheid die op scholen, kantoren en academies werd aangeleerd. In die tijd werden snelheid en nauwkeurigheid bij het typen zeer gewaardeerd, en deze eenvoudige tactiele hulp hielp typisten hun handen correct te plaatsen zonder naar het toetsenbord te kijken.
Hoewel ze onopvallend zijn, spelen deze kleine markeringen al decennia lang een belangrijke rol in het ontwerp van QWERTY-toetsenborden (Afbeelding: Adobe Stock).
Hoewel touchscreens en spraakassistenten tegenwoordig terrein hebben gewonnen, blijven fysieke toetsenborden de hoofdrol spelen in de meeste werk- en onderwijsomgevingen.
Wat is het QWERTY-toetsenbord?
Het QWERTY-toetsenbord is het meest gebruikte toetsenbord ter wereld. Het werd in 1868 ontworpen door Christopher Sholes, die het in zijn typemachine inbouwde. Jaren later, in 1873, verkocht hij de rechten aan het bedrijf Remington. De naam “QWERTY” komt van de eerste zes letters op de bovenste rij van het toetsenbord.
Dit ontwerp is niet willekeurig gekozen: het belangrijkste doel was het schrijven te versnellen door beide handen efficiënter te laten werken. Bovendien wilde men het aantal mechanische storingen van de oude typemachines verminderen door de meest gebruikte letters in de taal van elkaar te scheiden, zodat ze niet tegen elkaar zouden botsen wanneer ze snel werden ingedrukt. Hoewel deze technische beperking tegenwoordig niet meer bestaat, blijft de QWERTY-indeling de wereldwijde standaard.
Tegenwoordig is het QWERTY-toetsenbord niet alleen te vinden op computers en typemachines, maar ook op mobiele telefoons, smart-tv’s, geldautomaten en vrijwel elke digitale interface waar tekst moet worden ingevoerd.
Wat het gebruik betreft, schrijft de meest gangbare typentechniek voor dat de vingers in rustpositie op de middelste rij van het toetsenbord moeten rusten. Om deze positie gemakkelijk te vinden zonder te kijken, zijn de toetsen F en J – waar de wijsvingers zich bevinden – voorzien van een klein markering of reliëf dat voelbaar is, zodat gebruikers intuïtief worden geleid.