De vondst, verborgen onder de grond in een bosrijke omgeving in Oost-Bohemen, omvat 598 gouden munten en diverse persoonlijke voorwerpen, waarvan de herkomst nog steeds een raadsel is.
Tijdens een wandeling in de omgeving van de heuvel Zvičina, aan de voet van het Reuzengebergte (Tsjechië), stuitten twee wandelaars per ongeluk op een begraven kist, die na een blik in de inhoud bleek bijna zeven kilo aan waardevolle voorwerpen te bevatten, waaronder meer dan 500 gouden munten. De officiële schatting van de waarde van de vondst bedraagt meer dan 7,5 miljoen Tsjechische kronen, wat overeenkomt met ongeveer 330.000 euro.
Volgens de archeologische autoriteiten gaat het om een “ongewoon rijke vondst van edelmetaal”, hoewel de vondst in februari al werd gedaan, maar pas nu bekend is gemaakt. De kist werd gevonden in een bosrijke omgeving in de buurt van Trutnov, op een voormalig landbouwterrein. Ernaast werd een tweede kist gevonden met 16 sigarettenkokers, tien armbanden, een ketting, een make-uptasje, een metalen tas en andere persoonlijke voorwerpen.
“De munten waren in elf stapels gegroepeerd, in zwarte stof gewikkeld en zorgvuldig in een aluminium bakje geplaatst”, legt Miroslav Novák, hoofd van de afdeling Archeologie van het Oost-Boheems Museum, uit. Een paar meter verderop vonden de wandelaars ook een ijzeren kist met de andere voorwerpen.
Een mysterieuze schat met Joegoslavische signatuur
De gevonden munten dateren uit de jaren 1920 en 1930 en zijn geslagen op het grondgebied van het voormalige Joegoslavië. Toch bevat de verzameling ook munten van Franse, Oostenrijks-Hongaarse, Belgische en Ottomaanse oorsprong, maar geen Duitse of Tsjechoslowaakse munten.
“Het is een heel bijzondere verzameling. Het gaat niet om geld dat in omloop was, maar om een schat die met opzet is verzameld en bewaard”, aldus numismaticus Vojtěch Brádle, die toegaf dat hij ‘met open mond’ stond toen hij de inhoud voor het eerst zag. ‘We krijgen veel bijzondere stukken in het museum, maar dit zie je niet elke dag’, voegde hij eraan toe.
Tot nu toe hebben de autoriteiten niet kunnen achterhalen hoe en waarom deze waardevolle verzameling onder de grond terecht is gekomen. Er zijn verschillende theorieën, zoals dat het een schuilplaats zou kunnen zijn geweest van Tsjechische burgers vóór de nazi-invasie in 1938, of tijdens de monetaire hervorming van 1953 die door het communistische regime werd opgelegd. Een andere mogelijkheid is dat het toebehoorde aan een Duitse familie die na de Tweede Wereldoorlog is gevlucht. “We kunnen niet met zekerheid zeggen of het Duits, Tsjechisch of zelfs Joods goud was”, erkende Petr Grulich, directeur van het museum.
Ze zullen de schat niet houden
Het Oost-Boheems Museum is al begonnen met de conservering en analyse van de vondst. ‘In de prehistorie was het gebruikelijk om voorwerpen om religieuze redenen te begraven, maar in de moderne tijd gebeurt dit meestal in een context van politieke of economische onzekerheid’, herinnerde Novák.
Over wie de schat krijgt, is de Tsjechische wetgeving duidelijk: vinders van archeologische voorwerpen kunnen tot 10% van de geschatte waarde als vergoeding ontvangen. Dat betekent dat als de waarde op 330.000 euro wordt geschat, zij slechts 33.000 euro zullen ontvangen, een bedrag dat volgens de wandelaars “bitterzoet” smaakt. “Het is een uitzonderlijke vondst vanwege de hoeveelheid goud en de mogelijkheden die deze biedt om een turbulente periode in de twintigste eeuw te onderzoeken”, concludeerde Brádle.